Wat is een gezinshuis?

Een gezinshuis is een kleinschalige vorm van jeugdhulp waarbij een of meerdere jeugdigen tussen de 0 en 23 jaar worden geplaatst binnen de kaders van het eigen gezin van de gezinshuisouders.

In het gezinshuis bieden de gezinshuisouders op professionele wijze 24 uur per dag, 7 dagen in de week verzorging, behandeling, opvoeding en begeleiding.
De gezinshuisouders kunnen in loondienst zijn van een zorgaanbieder, maar steeds vaker zijn de gezinshuisouders zelfstandig zorgondernemer.

In gezinshuizen krijgen jeugdigen een zo normaal mogelijke opvoeding, maar wordt zo nodig ook voor extra (ambulante) behandeling gezorgd. Een gezinshuis is een residentiele vorm van jeugdhulp.

In een gezinshuis is sprake van één of meer professionele opvoeders, de gezinshuisouders.
Deze gezinshuisouders zijn er altijd. Dit onderscheidt gezinshuizen van leefgroepen, waar 0 pleeg 3228jeugdigen worden opgevoed door meerdere beroepsopvoeders die in wisseldiensten en deeltijd werken.
Continuïteit in de opvoedingsrelatie is een zeer sterk punt van gezinshuizen, omdat het de jeugdige de gelegenheid geeft om een gezonde hechtingsrelatie te ontwikkelen.
Andere sterke punten zijn: kleinschaligheid, aandacht voor het individu, maatwerk in de begeleiding, accent op het normale leven en, indien mogelijk, goed contact met het eigen netwerk van de jeugdige. (bekijk ook het filmpje over Gezinshuizen).

 

Zie ook uitleg in een filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=4L7JBszE0oA&sns=em

 


Verschillen met pleeggezin en residentiële groep

Wat kenmerkt een gezinshuis precies, wat onderscheidt een gezinshuis van een pleeggezin en een residentiële groep?
Zowel een pleeggezin als een gezinshuis bieden zorg in een gezinsomgeving. Gezinshuizen en pleeggezinnen worden beide gezien als duurzame hulpverleningsvormen (Ministerie voor Jeugd en Gezin, 2009).

De indicatie is verschillend. Kinderen die geplaatst worden in een gezinshuis hebben een indicatie voor residentiële zorg, terwijl kinderen die geplaatst worden in een pleeggezin een pleegzorgindicatie hebben. Een belangrijk verschil is dat gezinshuisouders professionele opvoeders zijn, aan opleidingseisen moeten voldoen en voor het werk betaald krijgen.

Gezinshuizen bieden opvang en zorg aan kinderen waarbij de problematiek in het algemeen te zwaar is voor pleegzorg. Vaak hebben kinderen die in een gezinshuis geplaatst worden één of meerdere pleeggezinplaatsingen achter de rug. Een nieuwe pleeggezinplaatsing is niet aan de orde omdat de gedragsproblematiek of emotionele problematiek te groot is. Ook als er sprake is van veel hechtings- of loyaliteitsproblemen is pleegzorg in de meeste gevallen niet het goede antwoord.

Door de professionele rol van de gezinshuisouder en de intensiteit van de begeleiding van het gezinshuis, kan van een gezinshuis meer verwacht worden op het gebied van het hanteren van de problematiek van het kind.

Het belangrijkste verschil tussen een gezinshuis en een residentiële leefgroep is dat het gezinshuis, anders dan de residentiële groep, een gezinssetting biedt. Een gezinshuis is kleinschaliger, in het algemeen heeft een kind er te maken met een kleiner aantal andere kinderen.

Een ander belangrijk verschil is dat in een residentiële voorziening een kind te maken heeft met wisselende groepsopvoeders, die in teamverband werken en dag-, avond- en weekenddiensten draaien. In een gezinshuis zijn de gezinshuisouders te zien als vaste opvoeder en is er meer gelegenheid voor persoonlijke relaties.

Stichting Alexander heeft onderzoek gedaan naar de waardering van kinderen, jongeren en hun ouders van verschillende verblijfsvoorzieningen aan de hand van de kwaliteitsstandaarden jeugdzorg (Q4C Alliantie Kind en Gezin, 2011). Hieruit blijkt dat kinderen en jongeren over het algemeen positiever zijn over pleeggezinnen en gezinshuizen dan over leefgroepen. Ze ervaren er een grotere keuzevrijheid en met name in een gezinshuis meer ondersteuning bij het maken van keuzes. Vooral kinderen en jongeren in gezinshuizen voelen de ruimte om zichzelf te zijn. Ook waarderen zij het positief dat ze ervaringen kunnen uitwisselen met andere uithuisgeplaatste leeftijdgenoten.


Uitgelicht:

Uit het blog van Gerard Besten van 12-03-2015:

Gezinshuisouders zijn ondernemer in de levensloop van kwetsbare, getraumatiseerde kinderen. Zij helpen deze kinderen, onvoorwaardelijk. Maken zich niet afhankelijk van wat anderen willen en doen. In het hier en nu geven zij richting aan de talenten van deze kinderen en spreken hun vermogens aan.

Zij maken de jeugdzorg dienstbaar aan de levensloop van kinderen en niet andersom.

Want een professionele gezinshuisouder herkent de eigenaardigheden van deze kinderen als mogelijkheden en niet als beperkingen. Daarin schoolt hij zich. Met intervisie, coaching en trainingen.

Voor het hele artikel:

http://gerardbesten.com/het-zijn-bijzondere-kinderen-wij-helpen-ze/